Marokko, 8 april 2011
Merzouga>Erg Chebbi>Rissani
Na het ontbijt meteen op pad naar een ringpost vlakbij waar een paartje Woestijnmus broedt. Het gaat slecht met deze soort en dit is het enige overgebleven paartje in de omgeving. We kijken wat bij de ringactiviteiten van Catalaanse ringers die o.a. Baardgrasmussen vangen.
Daarna gaan we een stuk de woestijn in en halen een lokale Touareg-gids op die ons één van de laatste Westelijke Kraagtrappen zou kunnen laten zien. We zien onderweg enkele Bruinnekraven en een Witbandleeuwerik. Na lang zoeken vinden we uiteindelijk toch geen Kraagtrap. Deze soort wordt helaas zwaar bejaagd door Arabieren met behulp van valken. Onze gids laat op een zeker moment de auto’s stoppen en wijst iets aan. We zien niks, maar na goed kijken zien we wat hij bedoeld; er scharrelen enkele Sahelzandhoenders tussen de kale stenen.
We gaan verder en gaan naar nog een specialiteit van onze gids, de Egyptische Nachtzwaluw. Hij zet ons allemaal neer bij een grote kuil en begint met zoeken en zegt dat de vogel op enkele meters voor ons op de grond zit. Hoe goed we ons best ook doen we zien niks. Pas als de gids de vogel in een telescoop zet zien we de enorm gecamoufleerde vogel zitten op een paar meter voor ons. We nemen afscheid van onze gids en gaan naar een oase waar we Groene Bijeneters en de Langsnavelkuifleeuwerik zien. Ook de doelsoort van dit gebied treffen we al snel aan, de Saharaanse Vale Spotvogel, die pas sinds 5 jaar een andere soort is dan de Westelijke Vale Spotvogel. Aan het einde van de middag (het is inmiddels erg heet geworden), speuren we nog een woestijngebiedje met struiken af waar we al heel snel drie Woestijngrasmussen ontdekken. Verder zitten er op dit stuk veel Woestijnvinken en Rosse Woestijnleeuweriken. Bij terugkomst genieten we van de fraaie zonsondergang bij de zandduinen van ons kamp.
Na het ontbijt meteen op pad naar een ringpost vlakbij waar een paartje Woestijnmus broedt. Het gaat slecht met deze soort en dit is het enige overgebleven paartje in de omgeving. We kijken wat bij de ringactiviteiten van Catalaanse ringers die o.a. Baardgrasmussen vangen.
Daarna gaan we een stuk de woestijn in en halen een lokale Touareg-gids op die ons één van de laatste Westelijke Kraagtrappen zou kunnen laten zien. We zien onderweg enkele Bruinnekraven en een Witbandleeuwerik. Na lang zoeken vinden we uiteindelijk toch geen Kraagtrap. Deze soort wordt helaas zwaar bejaagd door Arabieren met behulp van valken. Onze gids laat op een zeker moment de auto’s stoppen en wijst iets aan. We zien niks, maar na goed kijken zien we wat hij bedoeld; er scharrelen enkele Sahelzandhoenders tussen de kale stenen.
We gaan verder en gaan naar nog een specialiteit van onze gids, de Egyptische Nachtzwaluw. Hij zet ons allemaal neer bij een grote kuil en begint met zoeken en zegt dat de vogel op enkele meters voor ons op de grond zit. Hoe goed we ons best ook doen we zien niks. Pas als de gids de vogel in een telescoop zet zien we de enorm gecamoufleerde vogel zitten op een paar meter voor ons. We nemen afscheid van onze gids en gaan naar een oase waar we Groene Bijeneters en de Langsnavelkuifleeuwerik zien. Ook de doelsoort van dit gebied treffen we al snel aan, de Saharaanse Vale Spotvogel, die pas sinds 5 jaar een andere soort is dan de Westelijke Vale Spotvogel. Aan het einde van de middag (het is inmiddels erg heet geworden), speuren we nog een woestijngebiedje met struiken af waar we al heel snel drie Woestijngrasmussen ontdekken. Verder zitten er op dit stuk veel Woestijnvinken en Rosse Woestijnleeuweriken. Bij terugkomst genieten we van de fraaie zonsondergang bij de zandduinen van ons kamp.
<< Homepage