maandag, juli 27, 2009

Suriname, 17 februari 2009

Het inmiddels vertrouwde geluid van de Brulaap luidt de ochtend op de Bromsbeg in. Al snel volgt de ietwat zeurderige zang van de White-necked Thrush. Omdat de elektriciteit nog is uitgeschakeld moeten we op de tast douchen. De wc dient te worden doorgespoeld met een zelf te vullen emmer. Maar wat geeft het, later zal het allemaal nog veel primitiever worden.
De eerste wandeling door het natuurpark brengt ons langs een rondscharrelende Agouti. Rinkelende Golden-winged Parakeets vliegen over. Bij een kolonie Green Oropendola’s horen we roepjes van White-throated Manakins en het Boomleeuwerikachtige liedje van een Ferruginous-backed Antbird, al snel gevolgd door geluiden van andere oerwoudvogels: White-throated en Channel-billed Toucans en de alomtegenwoordige Screaming Piha.
Hier maken we kennis met het even fascinerende als frustrerende verschijnsel mixed species flock: zwermen van foeragerend rondbuitelende zangvogels, met vaak wel tien of meer verschillende soorten door elkaar, niet zelden in de hoge boomkruinen. Onze eerste kleine flock zit gelukkig op ooghoogte en bevat Golden-headed Manakins, een Fork-tailed Woodnymph (een kolibriesoort) en een Wedge-billed Woodcreeper. Laatstgenoemde is hier een van de algemeenste soorten woodcreepers, vogels die over boomstammen omhoog kruipen en veelal verschrikkelijk veel op elkaar lijken. De Wedge-billed is echter gemakkelijk te herkennen aan zijn kleine wipsnaveltje.
Naast de woodcreepers zijn het vooral de antbirds (miervogels) waar we aan moeten wennen. Er leven tientallen soorten van in Suriname, bijna allemaal verborgen in de schaduwen van het regenwoud. Gelukkig hebben we Otte bij ons, die de geluiden kent en zijn best doet om diverse soorten naar ons toe te lokken. Deze ochtend lukt dat prima met een Black-headed Antbird en een mooie Cinereous Antshrike. Twee algemene soorten, zo blijkt al spoedig, net als bijvoorbeeld de Mouse-coloured Antshrike met zijn geinige deuntje.Het hoofddoel van de eerste ochtend is de vreemde, zeldzame Sharpbill, een groen acrobaatje met een geluid als een piepende deur. Het lukt ons om af en toe een glimp van een fladderende Sharpbill in de hoge boomkruinen op te vangen. Terwijl me met pijn in de nek terugwandelen zien we vogels als Fulvous Shrike-Tanager, Plain-brown Woodcreeper en Coraya Wren. We vinden vinden zowaar een Guianan Red Cotinga, een zelden waargenomen vogel.
Libel, Brownsberg
Grey-winged Trumpetter, Brownsberg

Brulapen, Brownsberg

Kever, Brownsberg

Brulapen, Brownsberg

Hagedis, Brownsberg

Golden-olive Woodpecker, Brownsberg

Sociale Wespen, Brownsberg

Pijlgifkikker met larven op de rug, Brownsberg

zaterdag, juli 25, 2009

Suriname, 18 februari 2009

De tocht die deze dag op de Brownsberg volgt is vol verrassingen. Neem de Musician Wren, een winterkoning die klinkt als een opgewekt fluitende wandelaar. Of de rood-geel-zwart-gestreepte Onechte Koraalslang. Of een fenomeen als de “mierentuin”: een bolvormig tuintje aan een boomtak, vervaardigd door agrarisch aangelegde mieren die hun nest bouwen door aarde en zaden de boom in te sjouwen. Op de middag voor ons vertrek laat Otte ons ook een lek (baltsplaats) van Eastern Long-tailed Hermits zien; mede dankzij de laserpen van Jan kunnen we een zingend mannetje van deze forse kolibriesoort bewonderen. Verderop ontdekken we twee stemmig donkergrijze vliegenvangers met witte keeltjes. De dag ervoor hebben we er nog tevergeefs naar gezocht. Ze doen Otte euforisch uitroepen: “Wow! White-throated Pewees! Voor het eerst sinds vijf jaar weer waargenomen op de Brownsberg!” We blijven nog lang kijken naar deze amusante vogels.
Pijlgifkikker, Brownsberg

Sluipwesp, Brownsberg

Vlinder, Brownsberg

Golden-headed Manakin, Brownsberg

Suriname, 19 februari 2009

Voordat we vertrekken, gaat een kleine groep nog op zoek naar de White-throated Peewee, want niet iedereen had deze soort nog gezien. Gelukkig zit de vogel nog op dezelfde plek als gisteren. Vanaf deze plek wachten we op de bus om verder naar beneden te rijden.
Met door Loes en Frans schoongelapte busraampjes rijden we de berg af. We zijn op weg naar Pakuli Landing, een nog vrij nieuwe en onbekende lodge aan de Coesewijnerivier. De ramen mogen dan schoon zijn, de koppelingsplaat van het busje heeft een flinke opdoffer gehad van de Brownsberg-beklimming. Na een paar uur rijden kan alleen de eerste versnelling nog maar gebruikt worden. Een vervangende bus was al besteld maar blijkt niet op de juiste plaats klaar te staan: die moet uit Paramaribo komen. Onze dappere, oranje bestofte bus komt tot stilstand langs de weg richting Zanderij. We zullen moeten wachten.
Dat vindt niemand trouwens erg, want John heeft een heerlijke lunch bereid, en bovendien blijken zich op deze plek veel bijzondere vogels te bevinden. Een groepje bomen herbergt een Short-crested Flycatcher en twee Burnished-buff Tanagers. Een Cayenne Jay komt op twee gevangen soortgenoten af. En aan de overkant van de weg vinden we Plain-breasted Ground-Doves, en zingen Blue-black Grassquits hun ultrakorte liedjes terwijl ze zichzelf als zwarte flipperkastballetjes omhoog katapulteren.Als de nieuwe bus gearriveerd is vervolgen we onze weg. Langzaam verandert het landschap. Die middag hotsebotsen we door eindeloze savannes, waarboven Red-shouldered Macaws naar hun slaapplek zwermen. Een Solitary Sandpiper heeft een regenplas op de weg als zijn domicilie gekozen; we zullen hem de komende dagen nog vaak moeten pesten.
White-throated Peewee, Brownsberg
Wite-throated Peewee, Brownsberg
Cayenne Jay, onderweg naar Pakuli Landing
Kinderen, onderweg naar Pakuli Landing