Suriname, 20 en 21 februari 2009
Pakuli Landing: een paradijsje in het bos aan de rivier. Sommigen van ons slapen er samen met vleermuizen in een huisje. De andere helft brengt de nacht door in hangmatten. We worden wakker met de spookachtige fluittonen van Great en Variegated Tinamous en het knusse gebabbel van de Red-rumped Caciques boven ons hoofd. De boom waarin de caciques hun hangnest-kolonie hebben gevestigd trekt continu kolibries aan: White-necked Jacobins met hun witte buiken, donkere Blue-tailed Emeralds en zelfs het groen-rode dwergje met de naam Tufted Coquette. Een andere vaste klant is de luidruchtige Red-fan Parrot. Het steeds herhaalde “pieoewu” van de Purple-throated Fruitcrows blijft al snel in onze kop zitten.Omdat de enige aanwezige boot te klein is voor de hele groep splitsen we: de eerste dag in Boven-Coesewijne zal de ene helft gaan varen (met Otte) terwijl de andere helft (met Jan) de savanne zal verkennen. Helaas begint het al snel weer te plenzen. De bootpassagiers keren als verzopen katjes terug, met gescheurde poncho’s en weinig waarnemingen.